Kampeer Technieken

Kampeer technieken

Algemene Kampeer Technieken

1. Waar zet je je tent neer?

Plaats je tent nooit op een laag gelegen deel van het kampeerterrein, want als het gaat regenen is de kans op overstroming op zo’n plaats erg groot

Je kunt je tent beter niet onder bomen plaatsen, de bomen blijven lang nadruppelen, je tent blijft dus lang vochtig. Mos is wel lekker zacht, maar groeit op vochtige plaatsen. Dit is dus niet geschikt om je tent op neer te zetten. Zoek een vlak stuk grond; in kuilen en hobbels slaapt het niet zo lekker. Maak ook altijd de grond waar je je tent wilt neerzetten vrij van takken, denneappels en dat soort dingen. Ze gaan anders beslist door je grondzeil heen als je er op gaat liggen en het ligt trouwens ook niet lekker.

Let op of er veel insecten zijn. Ga bij voorkeur niet in de buurt van stilstaand water staan (gauw last van muggen) of bij een mierenhoop staan.

Zoek zoveel mogelijk bescherming tegen de wind. Hier in Nederland heb je meestal last van de zuidwestelijke wind. Zet dus als het kan je tent met de ingang naar het noordoosten.

2. Hoe zet je je tent op?

Dat kunnen we hier zo niet zeggen, want dat is voor elke tent anders. Wel kunnen we een aantal algemene zaken zeggen:

Als je tent dan (eindelijk) staat zijn er nog een aantal dingen waar je rekening mee moet houden…. Heb je een tent met een vast grondzeil? loop dan niet naar binnen toe maar trek je schoenen uit. Zand of modder in de kleren en in je slaapzak is niet leuk en schoonmaken van al dat spul en het grondzeil is meer werk dan je schoenen uittrekken, vooral als het regent. Zet je schoenen ’s nachts of als het regent op hun kop tussen binnen- en buitentent of onder de luifel van je tent.

Bij een tent met een los grondzeil kan je ’s morgens alle baggage aan 1 kant van tent opstapelen en dan het vrijgekomen grondzeil er overheen vouwen. Je kan dan zo de tent inlopen en de grond kan een paar uur luchten. De volgende dag stapel je alles aan de andere kant.

’s Avonds (en bij regen) moet je de scheerlijnen van je tent een beetje ontspannen. Scheerlijen van touw en het katoenen doek van je tent krimpen namelijk als ze nat worden. Hierdoor kan het tentdoek inscheuren en zit je in je tent dus ook in de regen. ’s Ochtends (of als het weer droog is) span je je tent natuurlijk weer op. Let op: als je een nylon (lichtgewicht) tent hebt of er zitten rubberen ringen aan je tent hoef je dit niet te doen.

3. De zorg voor jezelf op kamp

Als je thuis bent doe je regelmatig schone kleren aan en was je je dagelijks. Doe dat ook op kamp, was je lekker met koud water, dan wordt je ook nog wakker. Je bent de hele dag buiten en je handen worden echt vuil. Was die dus wat vaker vooral als je met eten aan de gang gaat. Als je gaat slapen doe dat dan niet in de kleren die je de hele dag aan aan had. Ben je bang voor koude voeten trek dan een paar schone droge sokken aan en houdt deze speciaal voor de nacht.

Denk je dat je het ’s nachts ondanks je slaapzak toch nog koud zult krijgen, doe dan een deken ONDER je slaapzak. Dit helpt beter dan dikke truien of zo aantrekken. Probeer alles wat vochtig of nat geworden is zo snel mogelijk weer droog te krijgen. Stop het natte spul dus niet onder in je rugzak of zo, want dan is de rest van je spullen ook nat. Denk er ook aan om als het nodig lijkt je regenkleding bij de hand te hebben. Het is namelijk nogal vervelend als je in de regen eerst je rugzak moet uitpakken omdat het onderin zit. Stop daarom je EHBO spullen ook niet al te ver weg.

4. Voeding

Dit is een heel belangrijk onderdeel waar je goed om moet denken. Je bent de hele dag buiten en meestal druk bezig. Zorg voor voldoende eten en drinken, dus niet alleen chips, chocolade en cola. Probeer ook tijdens kamp of hike rekening te houden met de maaltijdschijf en vooral regelmatig te eten.

Maaltijdschijf: Vak 1: Brood, Aardappelen, peulvruchten Vak 2: Groente en fruit Vak 3: Melk, melkproducten, kaas, vlees, kip en ei Vak 4: Halvarine, margarine, boter, bak- en braadprodukten

Als je kampeert heb je meestal geen koelkast bij de hand en het goed bewaren van de dingen voor je eten is heel belangrijk. Zorg er dus voor dat alles goed verpakt is. Probeer zeker vlees, melk en dergelijke zo koel mogelijk te bewaren. Je kunt dit doen door het in een gat in de grond te bewaren, in de schaduw en met een vochtige doek er overheen. Mag je niet graven dan in de schaduw en onder aluminiumfolie (glimmende kant boven). Suiker en zout bijvoorbeeld kunnen niet tegen vocht, bewaar dit dus het liefst in een (goed gesloten) plastic zak. Verder lusten onze dierenvrienden bijna alles wat jij ook lekker vindt. Berg je brood, koek, kaas en dat soort spul ook goed op. Als het kan in een afgesloten doos of zo. Doe je dat niet dan zou het best eens kunnen dat je zonder ontbijt de dag moet beginnen.

Het maken van een frietbuil tent

Op de plaats waar de dubbele stippellijn is getekend moet het plastic worden ingeknipt. Bij de punten A zet je de schuilhut in de grond vast. Hiervoor kun je bijvoorbeeld een stuk hout gebruiken, waarvan je een haring gesneden hebt. Punt B is de top van de schuilhut. Je kunt deze top met een stuk sisaltouw omhoog trekken en aan de tak van een boom o.i.d. vastbinden. Ook kun je met een stok uit het bos een tentstok maken. Probeer de constructie van deze zogenaamde “frietbuiltent” eerst maar eens door een papieren model te maken. Uiteraard bestaan er nog andere modellen schuilhutten van landbouwplastic. Welk model je ook gaat gebruiken, altijd geldt: test je tent eerst eens een nachtje uit, alvorens ermee op stap te gaan. Ervaar of hij je verwachtingen voldoet. Als je deze schuilhut gaat gebruiken is het verstandig met een stuk laken een binnentent tegen condens te maken.